Een radiator is verkrijgbaar in verschillende types. Een type wordt aangeduid met 2 cijfers. Het 1e cijfer is voor het aantal platen en het 2e voor het aantal convectoren. Een plaat is waar het water door stroomt. Een plaat kan convectoren bevatten, dit zijn de geribbelde lamellen die aan de binnenkant of de achterkant van een plaat zit. Een convector zorgt ervoor dat de warmte beter verdeeld wordt. Dus hoe meer platen en convectoren, hoe hoger de warmteafgifte.

Dankzij de Europese norm EN442 is de berekening voor warmteafgifte van een radiator gestandaardiseerd. Dit maakt het mogelijk dat radiatoren die volgens deze norm getest zijn, 1 op 1 kunnen worden vergeleken qua wattage. Het wattage wordt bepaald aan de hand van een aanvoer van water met de temperatuur van 70°C, een retourtemperatuur van 65°C bij een kamertemperatuur 20°C. Dit betekent daarom wel dat radiatoren alleen met elkaar vergeleken kunnen worden, wanneer zij volgens dit principe getest zijn. Wanneer een radiator getest is met een aanvoertemperatuur van 90°C in plaats van 70°C zal het wattage van die radiator hoger zijn.

Aantal aanvoer- en retouraansluitingen.

Dit geeft aan of een radiator wel of niet geschikt is voor een vochtige ruimte (let op: radiatoren zijn niet geschikt om in direct contact met spatwater te komen).